Het Nederlandse Onderwijssysteem is al decennia lang gericht op de taaldenkende leerlingen. De meeste leerstof wordt verbaal aangeboden. De leerkracht praat, de leerling luistert. Methoden, oefeningen en lessen zijn sequentieel (op volgorde). Bijna alles wordt tweedimensionaal aangeboden (boeken, teksten) en er wordt gewerkt vanuit details (fragmenten uit een geheel).
Van taaldenken naar beelddenken
Vreemd, als je bedenkt dat de maatschappij de afgelopen jaren enorm veranderd is op het gebied van informatieverwerving. Je zou kunnen stellen dat we na een taal-tijdperk beland zijn in een beeld-tijdperk. Met de komst van internet ontstaat een belangrijke andere vorm van leren. Je hoeft niet meer langer details zoals cijfers, feiten of woorden uit je hoofd te leren. Het gaat juist om het overzien van het grote geheel en het leggen van verbanden. Details zoek je op. Je hoeft geen ellenlange handgeschreven en foutloze epistels te fabriceren. De tekstverwerker met spellingcontroller doet het voor je. Televisie, computer, reclames…het moet snel, visueel en flitsend. De dingen gaan niet meer op volgorde, details worden onbelangrijk, driedimensionaal is in en kijken is belangrijker dan luisteren.
Kortom: we leven in een beeldende maatschappij die vraag om snelle handelingen, creatieve oplossingen en overzicht. Woorden, letters en cijfers zullen niet verdwijnen. Maar ze gaan ‘samenwerken’ met beelden, iconen, pictogrammen, etc. Zoals we die overal om ons heen aantreffen. Ons onderwijssysteem is helaas nog niet aagesloten op deze nieuwe tijd. Scholen maken gebruik van ‘stilstaan/mechanisch’ materiaal: boeken, schriften, bord/krijt, veel letters en luisteren. Kinderen vinden geen ingang voor de aangeboden leerstof en worden onrustig, gaan wiebelen en zijn snel afgeleid. Vooral beelddenkende kinderen vervelen zich en zij laten zich meeslepen door hun bewegende omgeving en snelle gedachten. Hierdoor komen ze over als: niet geïnteresseerd, onrustig en ongeconcentreerd. Het uiteindelijke gevolg: veel beelddenkende kinderen die uitvallen op school, maar in de maatschappij uiteindelijk wel slagen!
Bron: boek Beeld en Brein © schoolbasis
In de toekomst hebben we vaardigheden nodig als het vermogen trends te voorspellen. Creatief, associatief en buiten het kader te denken. Nieuwe mogelijkheden aan te boren, computers te bedienen, risico’s te nemen. Beelddenkers bezitten die vaardigheden van nature!
Toch is de taaldenker niet weg te gummen. De taaldenker en de beelddenker zijn nu eenmaal verschillend.
De visueel-ruimtelijk leerling Beelddenken in de praktijk. (The Visual-Spatial Learner) |
De auditief-volgorderlijke leerling Taaldenken in de praktijk. (The Auditory-Sequential Learner) |
---|---|
Denkt primair in beelden. | Denkt primair in woorden. |
Is visueel sterk. | Is auditief sterk. |
Kan goed met ruimte omgaan. | Kan goed met tijd omgaan. |
Begrijpt de lesstof wel of (nog) niet (nooit een beetje) | Leert met vallen en opstaan. |
Begrijpt complexe concepten makkelijker; heeft moeite met eenvoudige taken. | Is een analytische denker. |
Bedenkt synthese en legt makkelijk verbanden. | Learns complex concepts easily; Struggles with easy skills |
Werkt vanuit het grote beeld; kan details over het hoofd zien. | Werkt vanuit onderdelen naar het geheel. |
Kan goed kaart lezen. | Volgt mondelinge instructies goed op. |
Is beter in wiskundig redeneren dan in automatiseren. | Kan goed rekenen. |
Leert hele woorden makkelijk. | Leert klanken makkelijk. |
Moet woorden visualiseren alvorens ze te kunnen spellen. | Kan woorden spellend uitspreken. |
Kan erg onregelmatige cijfers halen. | Must visualize words to spell them |
Geeft de voorkeur aan toetsenborden om te schrijven. | Kan snel en netjes schrijven. |
Ordent en organiseert op geheel eigen wijze. | Is goed georganiseerd. |
Vindt intuïtief de juiste oplossing. | Kan stappen in het werk makkelijk verduidelijken. |
Leert het best door verbanden te zien. | Blinkt uit in uit het hoofd leren/stampwerk. |
Goed visueel lange termijn geheugen. | Goed auditief korte termijn geheugen. |
Leert concepten voor de eeuwigheid; haakt af bij stampwerk en herhaling. | Heeft soms herhaling nodig om het geleerde te blijven onthouden. |
Ontwikkeld eigen methoden om problemen op te lossen. | Leert goed via instructie. |
Is erg gevoelig voor de houding van de leraar. | Leert onafhankelijk van emotionele reacties. |
Bedenkt bijzondere oplossingen voor problemen. | Voelt zich goed bij één juist antwoord. |
Ontwikkelt zich asynchroon (onevenwichtig). | Ontwikkelt zich redelijk evenwichtig. |
Groot verschil in cijfers halen. | Haalt in de regel cijfers van gelijk niveau. |
Geniet van meetkunde en natuurkunde. | Geniet van algebra en scheikunde. |
Leert de talen op locatie, door onderdompeling. | Leert de talen in de klas of les door onderwijs. |
Is creatief, ambachtelijk, technologisch, emotioneel of spiritueel begaafd. | Is academisch getalenteerd. |
Is een laatbloeier. | Is een vroegbloeier. |